Vluchten naar Denemarken

Wat wacht op je in Denemarken

Denemarken is qua oppervlakte het kleinste van de Scandinavische landen en bestaat uit het schiereiland Jutland en ongeveer vierhonderdvijftig eilanden. Bruggen en ferrydiensten verbinden de zesenzeventig bewoonde eilanden met het vasteland. De enige grens van het land is deze met Duitsland; voor het overige is het van haar buren gescheiden door de Baltische Zee en de Noordzee.

Groenland - met haar eigen hoofdstad Nuuk - was sinds 1380 een Deense kolonie maar werd slechts pas in 1953 een officieel deel van Denemarken. De Faeröer - met de hoofdstad Tórshavn - behoorden van 1035 tot 1814 toe aan Noorwegen maar is nu deel van het Koninkrijk Denemarken. Beide hebben echter wel een eigen politiek bestuur.

De hoogste, natuurlijke top in Denemarken is de Møllehøj (171 m) bij Skanderborg op Jutland die gevormd werd door een eindmorene. De grootste rivier van Denemarken is de Gudenåen met 158 kilometer.

Klimaat en visumeisen

Het klimaat wordt beïnvloed door de noordelijke ligging van Denemarken, door de nabijheid van de Golfstroom en door overtrekkende lagedrukgebieden. Maar door de aangrenzende zee is het weer toch gematigder dan men door haar positie in het noorden zou verwachten. De zomers zijn behoorlijk koel voor Centraal-Europa, maar de winters zijn mild.

Er waait dikwijls een gematigde tot sterke wind, meestal vanuit westelijke richting. In het voorjaar waait aan de westkusten van Jutland een droge en koude noordwestenwind, die Skai wordt genoemd. Vooral onaangenaam is is de dikke nevel die Havguse heet. Deze komt meestal een paar uur voor zonsondergang voor en is dan waar te nemen als een lage wolkenmassa die snel van de kust naar het westen beweegt. De warmste plekken van het land zijn de meest zuidelijke eilanden als Ærø, Langeland, Lolland en Falster terwijl de koudste dan weer gelegen zijn in het centrum en in het noorden van Jutland.

Nederlanders die voor zaken of toerisme naar Denemarken reizen hebben geen visum nodig. Een paspoort of identiteitskaart, minimaal geldig tot na verblijf, volstaat.

De belangrijkste bestemmingen in Denemarken

Denemarken beschikt over vier internationale luchthavens: Kastrup in Kopenhagen en deze van Billund, Aalborg en Århus.

Kopenhagen, dat op het eiland Seeland ligt, is de hoofdstad van Denemarken. Het behoort in zekere zin tot Zuid-Zweden, met name tot de de Öresund regio. Het is alleszins een populaire bestemming door de vele bezienswaardigheden. Tivoli, bijvoorbeeld, is een van de oudste attractieparken ter wereld en ligt vlak tegenover het centraal station. Ook de avondverlichting van het park is erg vermaard en geliefd bij de vele bezoekers.

Het stadhuis bij de H.C. Andersen Boulevard heeft de hoogste toren van het land (113 m) en een bekende wereldklok. De burcht Christansburg ligt tussen de voetgangerszones en de Inderhavn en is sedert 1918 de zetel van het Deense parlement en Hooggerechtshof. Daar tegenover ligt de Koninklijke Bibiliotheek, de Nationale Bibliotheek en het Deense Beursgebouw. De bekendste trekpleister is evenwel het kleine standbeeld uit 1913 van de zeemeermin wiens verhaal verteld werd door Hans Christian Andersen in zijn beroemde sprookje.

Andere bezienswaardigheden in Denemarken zijn Dyrehavsbakken (het oudste attractiepark ter wereld, geopend in 1583), Legoland in Billund, de kathedraal van Roskilde en Kasteel Kronborg gelegen bij Helsingør op het eiland Seeland.