Vluchten naar Angola

Wat wacht op je in Angola

De Republiek Angola is een staat in het zuidwesten van Afrika aan de Atlantische Oceaan. Het hoort bij de grotere landen van het continent en grenst aan Congo-Kinshasa, Zambia, en Namibië. Bij het Angolese staatsgebied hoort daarenboven ook de enclave Cabinda, dat bij de oceaan aan Congo grenst.

Van het relatief vlakke kustgebied aan de Atlantische Oceaan stijgt de topografie landinwaarts en naar het oosten toe erg sterk tot aan het Bié-plateau. Deze laatstgenoemde hoogvlakte bevindt zich centraal in het land en neemt 65% van haar oppervlakte in. Het bestaat overwegend uit een droge en zanderige savanne die zich ten zuiden verder uitstrekt en dan in het uiterste zuiden overgaat in de Namibische steppe. Enkel de noordelijke laagvlaktes en het oosten van Angola hebben betere leefomstandigheden die daarbij geschikt zijn voor de landbouw.

Het hoogste punt van het land is de 2.610 meter hoge Morro de Môco in het Bié-plateau, dicht bij de stad Huambo. De langste rivier is de Cubango-Okavango die om en bij de 1.700 kilometer meet. De bron van deze stroom situeert zich ook in het Bié-plateau en ze mondt uiteindelijk uit in het Okavango-bekken: een grote, moerasachtige, inlandse delta in de Kalahariwoestijn in Botswana.

Gezondheid, inentingen en reisdocumenten

Vaccinaties tegen hepatitis A, buiktyfus, difterie, polio en tetanus zijn ten zeerste aan te raden. Men draagt best lange of bedekkende kledij en slaapt ’s nachts beter onder een goed muggennet tegen de insecten. In Angola is er het hele jaar door gevaar op malariabesmetting, zeker gedurende het regenseizoen. Raadpleeg dus zeker uw arts voor het vertrek. Verder is voor zowel Nederlandse als Belgische reizigers een inenting tegen de gele koorts verplicht. Kijk zeker ook de raadgevingen na op de website van de Wereldgezondheidsorganisatie (www.who.int), van het Landelijk Coördinatiecentrum Reizigersadvisering in Nederland (www.lcr.nl), van de Belgische Federale Overheidsdienst voor Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (www.diplomatie.be/nl/travel) of het Belgische Intstituut voor Tropische Geneeskunde (www.itg.be).

De medische zorg is enkel voldoende in de hoofdstad Luanda en in de grotere steden. Het wordt aangeraden een goede reis-, ziekte- en repatriëringverzekering te nemen voor vertrek. Neem ook zelf een kleine reisapotheek mee en vermijd verder ongekookte groenten en water dat niet uit een fles komt.

Reizigers moeten bij binnenkomst van Angola in het bezit zijn van een visum en van een paspoort dat nog minstens zes maanden geldig is na aankomst.

Wat is de beste tijd om Angola te bezoeken?

De beste periode om Angola te bezoeken, is vlak na het regenseizoen tussen mei en oktober; tijdens dit regenseizoen kan de luchtvochtigheid van 95% de hitte immers nog verscherpen.

Angola kent drie verschillende klimaatzones. Aan de kust gaat het om een tropisch klimaat met een relatief constante dagtemperatuur van rond de 27° C. Deze temperatuur wordt hier ’s nachts niet veel koeler - het kan dan meer dan 20° C blijven. Het regenseizoen vangt aan begin november en duurt zeker tot maart. De regen gaat meestal dagelijks gepaard met mist die veroorzaakt wordt door de koude Beguelastroom; dit weerfenomeen manifesteert zich nog duidelijker verder naar het zuiden in de Namibische woestijn.

Meer naar het binnenland op de hoogvlaktes en in het zuiden van het land is het klimaat eerder gematigd tropisch, hetgeen vooral merkbaar is aan de dag- en nachttemperaturen. De regenperiodes zijn hier hetzelfde als aan de kust. In het zuidoosten is het weer de ganse dag door erg droog en heet. ’s Nachts kunnen de temperaturen echter zakken tot het vriespunt.

Bijzondere plekken in Angola

De havenstad Luanda is de hoofdstad van Angola. Ze is gelegen aan de monding van de rivier de Cuanza bij de Atlantische Oceaan. Het stadscentrum telt heel wat oude, koloniale gebouwen. De moeite waard om te bezichtigen is bijvoorbeeld het Portugese fort São Miguel, het Ethnologisch Museum, het Antropologisch Museum en de dagelijkse markt Roque Sateiro. Een andere interessante marktplaats is Funtogo net buiten de stad, die zich ontwikkelde tot Angola’s grootste kunstnijverheidsmarkt. In het weekend is dit een levendige, kleurrijke plek waar muzikanten en dansers in traditionele kostuums hun gang gaan. Twintig kilometer van Luanda bevindt zich dan weer het Slavenmuseum waar documenten en allerhande objecten de periode van de slavenhandel veraanschouwelijken.

Een bezoek aan het eiland Massula in de Atlantische Oceaan is een aanrader voor zwemlustigen. Het is vanuit Luana makkelijk bereikbaar met watertaxi’s en boten. Massula heeft prachtige, witte stranden en beschikt over heel wat goede restaurants met een Portugese en Angolese keuken. Een ander mooi strand is dat van Palmeirinhas, zo’n vijfenveertig kilometer van de hoofdstad. Het is zeer bekend bij vissers en hengelaars en men kan hier ook wel zwemmen, maar voorzichtigheid is gebonden want de onderstromen kunnen hier gevaarlijk zijn.

Angola was vroeger bekend voor haar prachtige en overvloedige flora en fauna, maar dit werd nagenoeg verwaarloosd en deels gedecimeerd door de burgeroorlog. Het Kissama National Park dat zo’n zeventig kilometer ten zuiden van Luanda ligt, wordt momenteel heropgebouwd. In deze savanne leven antilopen, gnoes, waterbuffels, struisvogels, zeeschildpadden en olifantenkuddes - heel wat olifanten werden overigens per vliegtuig geïmporteerd uit Zuid-Afrika en Botswana want de plaatselijke populatie werd jarenlang uitgedund door de jacht op hun ivoor. Andere nationale parken in Angola die ook een bezoek waard zijn, zijn het Lona National Park, het Bicuar National Park, het Mupa National Park, het Cameia National Park, het Cangandala National Park en het Luando Special Reserve.

Ook bijzonder mooi is de 105 meter hoge waterval van Kalendula - een van de grootste in Afrika -op de rivier Lucala in de provincie Malange. Zeker vlak na het regenseizoen zorgt dit stuk natuur voor een onvergetelijk schouwspel. Voor mensen die tuk zijn op trektochten en wandelingen, is een uitstap naar de dode vulkaan Tunda Vala in de buurt van Lubango een must. De vulkaan is ongeveer 1.615 meter hoog en biedt een prachtig panorama over de omliggende heuvels en over de Atlantische Oceaan die slechts dertig kilometer verderop ligt. Niet ver daar vandaan kan men dan ook naar de fraaie stranden bij Namibe.