Vluchten naar Benin

Wat wacht op je in Benin

De republiek Benin is een land in West-Afrika bij de Golf van Guinea aan de Atlantische Oceaan. Het grenst aan Nigeria, Togo, Burkina Faso en Niger. Dit erg vruchtbare land strekt zich in noordelijke richting uit over 700 kilometer en heeft verder een vlakke kustlijn bezet met palmbomen.

Naar het binnenland stijgt het landschap naar een vlakte toe dat intensief gebruikt wordt voor de landbouw. Achter dit voor de bevolking erg belangrijk ontgonnen gebied ligt het Atacoragebergte. Dit weelderig groene massief strekt zich uit van het noordoosten naar het zuidwesten. Hier bevindt zich tevens de 658 meter hoge Mont Sokbaro - het hoogste punt van het land -, alsook heel wat prachtige watervallen zoals de Kudou en de Tanougou. Ten oosten van deze bergrug daalt het land opnieuw naar de rivier de Niger toe.

Benin mag dan wel een klein Afrikaans landje zijn, het is desalniettemin rijk aan cultuur en aan een prachtige natuur met overvloedig groene heuvels en droomstranden bij de Atlantische Oceaan. De regio waarin het land zich bevindt is overigens bekend omwille van haar fascinerende voodoocultuur, die sedert de zeventiende eeuw ook delen van de Verenigde Staten bereikte door de slavenhandel.

Gezondheid, reisdocumenten en communicatie

Een inenting tegen de gele koorts is verplicht, en vaccinaties tegen polio, difterie, hepatitis A en tetanus laat men best vernieuwen. Er is het hele jaar door een risico op malaria, dus zorg tevens voor afdoende bescherming tegen muggen en insecten. Let verder ook op het advies dat plaatselijk gegeven wordt over het zwemmen in de zee bij de Golf van Guinea, aangezien de stroming daar erg sterk en gevaarlijk kan zijn.

De medische infrastructuur is over het algemeen vrij beperkt. In de hoofdstad zijn er naast het CHU verschillende privé-klinieken die over het algemeen nog goed uitgerust zijn en over bekwaam personeel beschikken. Toch dient men steeds op te letten of het gebruikte materiaal steeds steriel is want de kans op HIV-besmetting is erg hoog. Bovendien wordt er door artsen en verzorgers meteen gevraagd om de behandeling cash te betalen. Voorzie in elk geval ook voor een degelijke ziekte- en repatriëringverzekering.

Een visum voor Benin is verplicht voor zowel Nederlandse als Belgische reizigers. Daarenboven dient men ook in het bezit te zijn van een paspoort dat nog ten minste zes maanden na aankomst in Benin geldig is.

De officiële taal van Benin is het Frans, maar over het hele land worden meer dan zestig talen gesproken - in het noorden gaat het in hoofdzaak om de stammentalen Bariba en Fulani en in het zuiden om Fon en Yoruba. Kennis van het Frans is evenwel nodig voor een reis naar het land.

Wat is de beste tijd om Benin te bezoeken?

De beste periode om Benin te bezoeken is gedurende het droge seizoen tussen december en april - hoewel het klimaat in het noorden dat van de zuidelijke Sahel is en de hete, droge saharawind - de zogenaamde Harmattan - er ook te voelen is tussen december en februari. In het zuiden van Benin, vanaf ongeveer 250 kilometer van de kust, heerst een uitgesproken subtropisch, equatoriaal klimaat met twee regenseizoenen: een dat duurt tot mei tot juli en het tweede in de periode tussen september en december met relatief stabiele temperaturen van rond de 29° C.

Verder zijn er twee nationale parken in Benin. In het Pendjari National Park in het noorden kan de bezoeker olifanten, krokodillen, nijlpaarden, antilopen en zebra’s in het wild waarnemen. Dit wondermooie park wordt door de UNESCO beschermd als een biosfeerreservaat. Hou er wel rekening mee dat het enkel geopend is gedurende het droge seizoen tussen december en juni en dat alleen in die periode de dieren samentroepen bij de waterpoelen en -bronnen.

Wie naar het Pendjari National Park reist, moet zeker ook de provincie Natitingou bezoeken die ten zuiden van het Atacoragebergte gelegen is. Hier leven de Somba, een volk dat bekend is voor haar kastelen van twee verdiepingen die worden opgetrokken uit modder, tata’s genaamd. Deze worden reeds gedurende eeuwen op traditionele wijze gebouwd als bescherming tegen slavenhandelaars en wilde dieren. De beste periode naar Natitingou te trekken is vanaf het einde van februari, wanneer de woestijnwind Harmattan langzaam minder wordt en het hete zand niet langer opwaait.

Een ander nationaal park is het “W” dat deels ook in Niger en Burkina Faso ligt. Het park kreeg zijn vreemde naam door de vorm die de route van de rivier de Niger in deze streek volgt en die vanuit de lucht de vorm heeft van een letter W. Dit park ligt nog noordelijker dan Pendjari en is aan de kant van Benin eigenlijk niet echt goed voorzien op grote bezoekersaantallen. Het kenmerk van het Nationale Park W is de cheetah, maar verder leven er ook olifanten, kafferbuffels, antilopen, hyena’s, leeuwen, nijlpaarden en verschillende soorten van primaten. Naast de niet te tellen Afrikaanse vogelsoorten wordt het park in de winter ook bezocht door trekvogels allerhande uit Europa. Ook rond de oevers van de Niger is de rijkdom aan fauna enorm.

Bijzondere plekken in Benin

De regering van Benin heeft haar zetel te Porto-Novo, de op een na grootste stad van het land en de officiële hoofdstad. Cotonou, dat vijftig kilometer meer naar het westen ligt is evenwel de grootste stad en het economisch hart van Benin. Toeristische aandachtspunten van de stad zijn onder meer de grote internationale markt op de Jonquet Strip in het district Dan Tokpa, die tweemaal in de week wordt gehouden en een van de grootste in West-Afrika is. Er is ook een kunsthandwerk markt waar houtsnijwerk, fetisjen, trommels, korven en potten aan de man worden gebracht.

Wie geïnteresseerd is in die voodoocultuur moet zeker Ouidah bezoeken en trachten contact te leggen met de plaatselijke bevolking, aangezien dit de enige manier is om de ceremonies eventueel bij te wonen. De stad is gelegen aan de Golf van Benin en heeft heel wat cultuurhistorische trekpleisters. Het belangwekkendste daarvan zijn het Portugese fort uit de koloniale periode, het heilige woud van de Yoruba’s en de zogenaamde slavenroute die van de slavenmarkt op het Cha Chaplein naar de “Port de Non Retour” leidt. Deze poort - op de plaats waar heel wat slaven werden verscheept naar Europa en Amerika - is een monument dat in 1992 op het strand werd opgericht door de UNESCO, met medewerking van lokale kunstenaars.

Meer naar het noorden, maar op dezelfde lengtegraad ligt de stad Abomey. Dit is de voormalige hoofdstad van het machtige koninkrijk Dahomey dat tussen de zeventiende en negentiende eeuw de slavenhandel controleerde aan de West-Afrikaanse kusten. In de stad bevinden zich nog heel wat goedbewaarde ruïnes van paleizen en in het plaatselijke museum kan men kunstvoorwerpen van dit rijk bekijken. Dit erfgoed staat bovendien op de rode lijst van het werelderfgoed van de UNESCO, want in 1984 bracht een krachtige tornado heel wat schade toe aan de gebouwen die bedreigd worden met instorting.

Aan het strand van La Crique kan men dan weer aangenaam baden. Onmisbaar is verder een bezoek aan het nabijgelegen dorp Ganvié, dat wel eens het Venetië van Benin wordt genoemd. Het is een meer dan 250 jaar oude nederzetting gelegen op een lagune en volledig bestaand uit waterwegen en gebouwen op palen. De beste manier om dit pittoreske plaatsje te bezoeken is met een traditionele pirogue die haast overal te huur zijn.