Wat wacht op je in Gambia
De Republiek Gambia is het kleinste en smalste land op het Afrikaanse continent. Het ligt in het noordwesten aan de Atlantische Oceaan en bestaat uit een vijftig kilometer lange strook langs de boorden van de rivier met dezelfde naam. Voor het overige is het haast volledig omgeven door Senegal.
Het landschap van Gambia wordt in hoofdzaak bepaald door een laag plateau dat langzaam stijgt naar de Atlantische Oceaan toe. Deze stijging wordt onderbroken door enkele kleine heuvels en door de Gambia en haar zijrivieren. Aan de kust en oevers van de rivier bepalen mangroves het landschap; enkel aan het eind van het estuarium van de Gambia komen hoge en steile waterkanten bedekt met bamboe en regenwoud voor. Hier vindt men ook een vijftig kilometer lang badstrand terug.
Gambia ligt slechts ongeveer twintig meter boven de zeespiegel; de naamloze, hoogste top van het land is om en bij de vijftig meter hoog. De Gambia is de enige stroom in het land en vormt een echte levensader voor de bevolking. Ze ontspringt in Noord-Guinea en stroomt over 1.100 kilometer doorheen het hele staatsterritorium vooraleer uit te monden in de Atlantische Oceaan.
Natuur- en vogelliefhebbers zullen ongetwijfeld aan hun trekken komen in Gambia. Het interessantste en meest bekende park is het Abuko Nature Reserve dat in totaal honderd hectare beslaat en gekenmerkt wordt door een typisch savannelandschap met een rijke vegetatie dankzij de aanwezigheid van de rivier de Gambia. Meer dan 270 verschillende vogelsoorten zijn hier te vinden, net als heel wat andere dieren als antilopen, apen, stekelvarkens, hyena's, nijlpaarden, leeuwen en krokodillen, die in Gambia overigens als heilig worden beschouwd.
In de Kachikally Crocodile Pool kan men heilige krokodillen gaan bewonderen. Hier worden deze dieren sedert de dertiende eeuw verzorgd door dezelfde familie die daartoe werd opgeroepen door een oude geest. Het aanraken ervan brengt volgens het Gambiaanse bijgeloof voorspoed en geluk.
Beste reistijd en verbindingen
Het land bevindt zich in de tropische zone en kent slechts twee uitgesproken seizoenen. Het droge seizoen begint in november en eindigt omstreeks mei. In deze maanden bepalen de droge, noordoostelijke winden uit de Sahara het weer en liggen de gemiddelde dagtemperaturen rond de 30° C, hoewel dit evengoed kan oplopen tot 40° C.
Strandvakanties zijn het hele jaar door mogelijk, hoewel tijdens de regenperiode tussen juni en oktober - wanneer zich meestal ‘s nachts korte maar hevige buien voordoen - vele wegen in het binnenland onbruikbaar zijn en ook de nationale parken gesloten worden.
Brussels Airlines verzorgt rechtstreekse vluchten naar Banjul Yundum International Airport (BJL) van Brussel-Zaventem. Met een overstap te Madrid kan men ook met Spanair vliegen; een andere mogelijkheid is met Condor vanaf Frankfurt (FRA).
De luchthaven te Banjul is overigens de enige luchthaven in Gambia. Ze ligt ongeveer twintig kilometer ten zuidwesten van de hoofdstad en slechts vijftien kilometer van de vakantiecentra aan de Atlantische Oceaan. Buiten de hoofdstad Banjul zijn andere grote steden in het land onder meer Serekunda, Kanifing, Bakoteh, Kotu, Kololi, Brikama, Bakau en Farafenni.
Visumeisen, gezondheid en vaccinaties
Een visum is voor Gambia niet vereist, wel een paspoort. Voor Nederlandse reizigers dient dit nog ten minste zes maanden geldig te zijn na het verblijf, voor Belgen nog ten minste zes maanden na de dag van aankomst in het land.
Vaccinaties tegen hepatitis A, difterie, polio, bilharzia en tyfus zijn ten zeerste aan te raden. Er bestaat in het hele land ook kans op denguekoorts, chikungunyakoorts en malaria; raadpleeg dus uw arts voor de juiste voorzorgen en gebruik tijdens uw verblijf voldoende middelen tegen muggen en insecten, slaap steeds onder een muggennet en draag voldoende bedekkende kledij.
Let ook op voor dehydratie; daartoe kunnen zoutoplossingen van pas komen. Ontsmet ook steeds het drinkwater of drink water uit flessen. Het HIV-virus is in Gambia erg verspreid, let dus tevens op bij seksueel contact of bloedtransfusies in het ziekenhuis.
De medische voorzieningen zijn overigens zeer beperkt en repatriëring erg duur. Een goede reisapotheek en een ziekte- en repatriëringverzekering zijn alleszins geen overbodige luxe.
Bijzondere plekken in Gambia
Banjul is een van de kleinste hoofdsteden in Afrika en is gelegen op een eiland bij de riviermonding van de Gambia. Precies door deze ligging is uitbreiding van de stad nagenoeg onmogelijk en blijft het bewonersaantal ook constant rond de 35.000 liggen. De bezienswaardigheden in deze typisch Afrikaanse stad zijn onder meer het Nationaal Museum dat het koloniale verleden van het land in herinnering brengt en het vijfendertig meter hoge, boogvormige monument Arch 22 dat in 1996 werd ingehuldigd en inmiddels een soort waarmerk van Banjul is.
Restanten van het tragische, koloniale verleden van Gambia zijn in het bijzonder te vinden op James Island. Dit eiland staat op de werelderfgoedlijst van de UNESCO; het was immers een transitplaats voor de slavenhandel en daarom historisch gezien van belang. James Island werd bekend door de roman "Roots" van Alex Harvey, die daarin de reis beschrijft die zijn over-overgrootvader maakte als slaaf voor de plantages. Vandaag de dag wordt deze plek jaarlijks door meer dan 15.000 mensen bezocht, vooral Afro-Amerikanen die op zoek zijn naar hun wortels.
Reizigers die het traditionele Afrika willen ervaren, kunnen daartoe het binnenland intrekken door de rivier te volgen. Men kan er kleurrijke markten bezoeken, een rustgevende boottocht maken of een fietstrip naar de dorpjes met hun lemen hutten.
Na de landbouw vormt het toerisme de belangrijkste bron van inkomsten van Gambia en de infrastructuur werd de afgelopen decennia dan ook naar behoorlijke normen opgetrokken. Bij de Atlantische Oceaan liggen prachtige, brede stranden die vooral tijdens de wintermaanden door toeristen en door Gambianen worden bezocht. De betere stranden zijn te vinden in de vijftien kilometer lange regio van Kombo-St. Mary - zowat de best uitgeruste streek wat toerisme betreft.
Ook de stranden van Bakau, Fajara, Kotu en Kololi een paar kilometer ten noorden van Serekunda zijn bijzonder mooi en zijn ideaal om te zwemmen, zonnebaden en voor het beoefenen van allerhande watersporten.
Een andere populaire bezienswaardigheid zijn de steencirkels van Senegambia, die een gordel van ongeveer honderd kilometer breed en driehonderd vijftig kilometer lang vormen en meer dan duizend monumenten omvatten die over haast de volledige lengte van de Gambiarivier werden geplaatst. De stenen - die soms tot twee meter hoog kunnen zijn en tot tien ton kunnen wegen - werden ongeveer 1200 jaar geleden opgetrokken op de graven van koningen en zijn de oudste megalithische bouwsels ten zuiden van de Sahara. De bekendste zijn gelegen in het Nianimaru Forest Park, dat ook werd toegevoegd aan de lijst van het werelderfgoed van de UNESCO.